Van Ieder voor zich én Samen


Muziek op afdeling PsychoGeriatrie; Ervaring 18 januari 2023


Een dag om een ervaring te bewaren en te koesteren, meer dan waardevol!
Ik typ dit nagenietend van de muziekactiviteit daarnet.
10 bewoners in een kring, allemaal afwachtend wat er komen gaat.


De dwarsfluit komt tevoorschijn en de enige man in het gezelschap reageert:
“Heej, dè’s un blokfluit is ’t nie?”
Mevrouw aan de overkant: “Oe, dè moet ik nie hoor, dè is men veulst te schel.”
Om te gewennen, laat ik hen het verschil horen tussen hoog en laag. Wanneer vindt iemand het wel mooi, wanneer niet? En wat als ik het nu in een andere sfeer speel?
Iemand opent voorzichtig een oog, er beweegt ergens een hand mee, een ander vindt het juist niets. Het mag er allemaal zijn.
Vandaag bestaat de muziekactiviteit uit muziek persoonlijk gespeeld voor iedereen.
De bewoners beantwoorden drie voorkeuren: “langzaam of snel?”, “hoog of laag?” “vrolijk of droevig?”. De ene bewoner antwoordt duidelijk, bij de andere bewoner voel ik het antwoord of zie ik het in de ogen.
De fluit gaat aan de kin en dan laat ik mijn vingers spelen. Ik denk niet meer na, mijn handen nemen het over en bij iedere bewoner speelt de fluit een andere melodie. Een lied dat klinkt alsof het een Ierse fiddler is, een lied als een slaaplied, een lied als een mars, eentje als een lied dat maar door blijft gaan zonder rust. En steeds als ik speel is er zo’n contact met de bewoner voor wie deze muziek gespeeld wordt. Ogen die nauwelijks knipperen, maar een intens contact maken. Telkens een mooie reactie na afloop, iedereen is aanwezig wanneer de muziek voor hen is.
Eén mevrouw spreekt niet en vindt het moeilijk te kiezen. Ze heeft een kleurboek ‘kleuren op nummer’ op schoot met achterop alle kleuren die gebruikt worden weergegeven.
Ik vraag haar of ze een van de kleuren kan aanwijzen. Het is (licht)groen. Ik vertel haar dat ik zal spelen met de tonen die bij groen horen. De fluit speelt en het contact is enorm. Er klinkt een rustige melodie als een ballade. Alle bewoners om haar heen worden mee stil en reageren ook na afloop. Er is letterlijk een gezamenlijke toon geraakt.
We ronden de ochtend af door nu niet per persoon de muziek te maken, maar een lied als groep te laten klinken als in een medley. Ik ga weer voor iedere persoon langs, maak oogcontact en verbindt de melodieën aan elkaar, waarbij ik zelf ook verrast word:
Bijna alle melodieën zijn hetzelfde als ik van tevoren voor ieder afzonderlijk heb gespeeld, zonder dat ik heb onthouden welke melodieën dat zijn geweest, of dat ik weet wat ik ga spelen. Mijn vingers maken de muziek.
We zijn na afloop allemaal even stil en hebben – ieder voor zich én samen – een heel mooie ochtend beleefd.